Beheer van grondoverschot in Wallonië

Interview met Alain Ghodsi van het Waalse Afvalbureau (OWD) door Godefroid, Fediex – Afdeling Kalk.

Alain Ghodsi, burgerlijk ingenieur chemie, is de eerste afgevaardigde van het DG van Natuurlijke Bronnen en Milieu van de Waalse gemeenschap, directie van preventie en beheer van afval, sectie Research (081/33.65.31, a.ghodsi@mrw.wallonie.be).


Serge Godefroid : OWD (Office Wallon des Déchets) en OVAM in Vlaanderen hebben een centrale positie binnen de problematiek van de grond in België. Kan u ons voor wat betreft het OWD preciseren welke uw prioriteiten zijn betreffende de politieke projecten die u ontwikkeld/verdedigd hebt en betreffende het grondbeheer in Wallonië, en dan vooral wanneer deze notie verband houdt met de bouwsector?

Voor OWD was de belangrijkste actie het opstellen van een projectbesluit dat door de Regering werd aangenomen onder de term ‘Besluit van de Waalse regering van 14/06/2004 voor de bevordering van de valorisatie van bepaald afval’. Dit besluit definieert vanuit reglementair standpunt de vervuilde en de gereinigde gronden. Met gereinigde grond bedoelt men een grond die in een bevoegd behandelingscentrum van zijn vervuilende elementen werd ontdaan. Het besluit geeft ook valorisatiemethodes van zekere soorten afval en van deze gronden aan. Om gevaloriseerd te kunnen worden moeten deze gronden verwerkt worden door een operator die is ingeschreven in het Waalse Afvalbureau in het kader van de gebruiksvoorwaarden die door het Besluit zijn vastgelegd. Meer recentelijk heeft het Waalse Parlement een decreet aangaande de bescherming van gronden gestemd, en in de marge van dit decreet zullen binnenkort heel wat toepassingsbesluiten het licht zien, zoals een besluit over de normen die de verschillende types grond vanuit reglementair standpunt kenmerken.

Kan u ons bevestigen dat er in Wallonië een echte politieke wil bestaat die de notie van ‘hergebruik van gronden ter plekke’ wil promoten?

Sinds het besluit aangaande de valorisatie van afval in 2001 werd goedgekeurd, werd het grondbeheer gereglementeerd. In de toekomst komen er nog nieuwe besluiten betreffende de notie van grond en deze zullen deze reglementering nog versterken. Dankzij reglementering kunnen wij de burgers een veilig en milieuvriendelijk gebruik van afval garanderen maar dit impliceert ook een administratief beheer van de bewegingen en soms ook analyses voorafgaand aan het gebruik van de grond, en dat werkt de kosten in de hand. En zo komt het natuurlijk dat de kwestie van het hergebruik van gronden ter plekke is ontstaan. Daarom werden in het Centrum voor Wegonderzoek en in de ad hoc commissies van het Comité van Lastenboek RW 99 voorstellen voor de methodiek van hergebruik ontwikkeld.

Kan u ons de belangrijkste redenen die geleid hebben tot het ontstaan van deze notie in Wallonië even verduidelijken? Welke zijn de sleutels voor succes opdat deze politieke wil zich ook met succes op het terrein van de civiel technische projecten zal concretiseren?

De sleutels voor het succes hebben te maken met de winst die hergebruikmethodes van de grond die ter plekke aanwezig is met zich meebrengt. Zo kan men ze bijvoorbeeld met een bindmiddel bewerken. Uiteraard is elke werf een specifiek geval, maar als er heel wat grond moet geëvacueerd worden, zou het hergebruik ter plaatse moeten leiden tot een kostenbesparing op het vlak van transport of op het vlak van de analyse van deze grond, vermits ze ter plekke blijft.

Met welke hefbomen zal men volgens u de doelstelling om grond ter plekke te gaan hergebruiken verwezenlijken? De prijs van het storten van materialen? Een bijzonder waakzame geotechnische controle van de te verplaatsen grond? Een certificatie van de gronden, zoals bijvoorbeeld het geval is voor de Vlaamse Grondbank? Genoeg behandelingscentra voor vervuilde grond, die dan in handen zijn van private, publieke of gemixte organismen? De promotie van processen die het behandelen van grond ter plekke stimuleren, via gespecialiseerde organismen zoals CRR of Tradecowall? Deze notie veronderstelt ook een doorgedreven geotechnische kennis van de te behandelen grond (klei, leem, zand). Een goede kennis van de bindmiddelen die aannemers kunnen gebruiken? Een normalisatie van deze bindmiddelen zodat men de kwaliteit ervan kan garanderen en een vergelijking van hun technische kenmerken?

Dat is pas een vraag die ons ver kan voeren! Het staat vast dat een prijsverhoging voor het storten het hergebruik van grond ter plekke zal stimuleren. De geotechnische controle kan een rol spelen maar deze zal minder groot zijn volgens mij. We kunnen vandaag de dag nog niet voorspellen hoe de certificatie van grond in Wallonië er zal uitzien, noch wanneer deze operationeel zal zijn. Het opzetten van behandelingscentra voor vervuilde grond in Wallonië is wenselijk maar ik denk dat dit pas zal gebeuren wanneer er een zekere vraag is.

 

Om deze vraag te doen ontstaan is het nodig dat eerst de uitvoeringsbesluiten van het Gronddecreet worden toegepast. En of deze centra in private, publieke of gemengde handen zullen zijn, daar kan ik nu nog niet op antwoorden. Als er veel grond verplaatst moet worden staat het vast dat transport via water het interessantst is vanuit milieustandpunt. De promotie van processen voor de behandeling van grond ter plekke zal ook een slaagfactor zijn.

 

Een gepaste opleiding van de ondernemers kan ook leiden tot een beter aanwenden van deze technieken. Zo kennen zij de bruikbare en beschikbare bindmiddelen op de markt. Tenslotte zal ook de normalisatiekwestie van deze bindmiddelen en de vergelijking van hun technische kenmerken zeker interessant zijn op lange termijn, maar die vraag komt er momenteel misschien nog iets te vroeg.

Kan u bevestigen dat een kwalitatief hoogstaande kalk in dit opzicht:
• het potentiële risico van hergebruik van vervuilde grond kan verminderen?
• een stabilisering op lange termijn kan garanderen doordat de grond geotechnisch aanzienlijk verbetert?
• ons geruststellen aangaande de verandering van de chemische samenstelling van een grond, vooral als men kalk met andere bindmiddelen voor grond vergelijkt, waarvan de compositie van sommige bindmiddelen secundaire producten bevat en waarvan de kwalitatieve regulariteit niet altijd verzekerd is?
• kan bijdragen aan de traceerbaarheid van de finale compositie van grond?
• toelaat het transport van grond en aggregaten op onze wegen te verminderen?

De kwaliteit van het bindmiddel speelt zeker een rol, zowel voor wat betreft de fixatie van verontreinigende stoffen als voor wat betreft de stabilisatie van de grond op lange termijn. Zonder daarom het gebruik van secundaire producten te verwerpen, is het toch aangeraden om voor elke werf de hoeveelheid bindmiddel, en de hoeveelheid kalk in het bijzonder, vast te stellen.

Zal het OWD aanraden om sommige gronden met kalk te behandelen teneinde de chemische samenstelling van een te hergebruiken grond te garanderen (in het bijzonder het inert maken van metalen) of de draagkracht te garanderen, net zoals het OVAM in zijn Vlarebo-reglement (hoofdstuk 10) deze behandeling aanhaalt voor wat elk hergebruik van opgegraven grond als secundair materiaal betreft?

Het is momenteel nog te vroeg om op deze vraag al te antwoorden, in elk geval voor wat betreft de garantie van de chemische samenstelling van een grond. Aangaande de draagkracht lijkt me deze vraag eerder bestemd voor mijn collega’s van het Ministerie van Overheidsinvesteringen en Transport of voor de verschillende actoren die mogelijk de opdrachtgever van dergelijke werken zouden zijn, zoals de intercommunales die instaan voor de industriële zones, of bedrijven die water- of gasleidingen installeren bijvoorbeeld.

n.v.d.r.: zie in het bijzonder RW-99-vers2004, hoofdstuk F 4.9., «funderingen en scalpageproducten behandeld met kalk en/of cement ».

Men miste in België sinds jaren een nationale referentie op het vlak van de verbetering, de stabilisatie of de recyclage van grond met kalk of cement. Deze referentie zou zowel voor ondernemers als voor opdrachtgevers alle technische en praktische tips over grondanalyse, grondbehandeling en het hergebruik van grond bij werken voor grondverzet en/of wegwerken bevatten. In juni 2001 werd een werkgroep opgericht onder de impuls van de instanties van VLARIO te Gent. De deelnemers aan de werkgroep die ‘Stabilisatie met Kalk’ heette, waren allen enorm geïnteresseerd in het onderwerp en zo werd al snel beslist een federaal karakter aan de werkgroep te geven, onder toezicht van het OCW, Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw.

 

Deze werkgroep verenigt ondernemers, opdrachtgevers, studiebureau’s, universiteiten en producenten van bindmiddelen. Ze publiceerde een technische gids (Handleiding voor grondbehandeling met kalk en/of cement) en drie praktische gidsen (Verbetering van grond bij grondwerken en voor het baanbed, onderfunderingslagen en Sleufaanvullingen). Het Opzoekingscentrum voor de wegenbouw heeft niet enkel gewaakt over de uitwerking van deze vier didactische gidsen in de twee landstalen, maar heeft ook voor de promotie ervan gezorgd, in het bijzonder dankzij het organiseren van 2 seminaries die in het teken stonden van deze documenten. Deze vonden op 15 en 16 september plaats in de nieuwe gebouwen van het CRR te Sterrenbeek. Niet minder dan 220 deelnemers waren op het appel.

 

We ontmoetten er niet enkel de ondernemers – die deze technieken aanwenden -, maar ook heel wat regionale, provinciale of gemeentelijke opdrachtgevers die tijdens deze twee halve dagen blijk gaven van een reële interesse in de notie van het hergebruik van grond die ter plekke aanwezig is, wat mogelijk is dankzij verschillende technieken waarbij met kalk en/of cement de grond herbruikbaar wordt gemaakt. De FEDIEX, Sectie Kalk, heeft uiteraard actief meegewerkt aan de realisatie van deze vier gidsen maar wenst het CRR hartelijk te bedanken voor het gedane werk en voor de zorg die zij hebben besteed aan het verspreiden van deze nuttige informatie in het bouwmilieu.

 

Kwalitatief hoogstaande kalksoorten, die sinds midden 2003 het CE-label dragen, in combinatie met opnieuw geüpdate technische voorschriften die samengevat worden in de didactische gidsen: alle voorwaarden zijn aanwezig voor de verder ontwikkeling van deze technieken in België.

 

Getuige hiervan is de interesse van ondernemers: de technieken voor de verbetering en stabilisatie van grond met kalk moeten verder ontwikkeld worden, of het nu om grondverzetwerken voor kleine werven, zoals industriële zones, of grote platformen, zoals wegnetwerken, spoornetwerken of grote industriële of commerciële centra, gaat. Kalk in de bouw behoort tot het verleden? Neen, het is een concrete en efficiënte manier om het duurzaam ontwikkelen van onze planeet vorm te geven.

 

Verbetering en stabilisatie, wat een mooie ambitie...

 

Serge Godefroid,
Fediex - Section Chaux