Benor-certificatie voor kalk voor bodembehandeling

Daar de CE-markering voor bouwkalk niet voldoende kwaliteitseisen stelde voor grondstabilisatiekalk, , heeft de OCCN-certificatie op vraag van de Belgische overheiden eind 2005 een vrijwillige Benor-markering voorgesteld. De technische voorschriften (PTV 459) en het toepassingreglement (TRA 459) werden ontwikkeld door een directiecomité bestaande uit deskundigen, gebruikers, voorschrijvers en producenten.


Beide regelgevende documenten hebben de verdienste dat ze enerzijds rekening houden met de geharmoniseerde norm NBN EN 459-1 en anderzijds met de typisch Belgische context voor grondbehandeling.

PTV 459: in deze technische voorschriften worden de specificaties duidelijk gedefinieerd. Het prestatieniveau en de controlemodaliteiten van de kalk voor grondbehandeling worden hierin vastgelegd. Het product is een kalk die CL 90Q  wordt genoemd en geattesteerd volgens EN459, voorzien van een CE-markering en voldoet aan volgende bijkomende technische kenmerken:
• vereisten inzake fijnheid,
• inzake reactiviteit (T60),
• en inzake beschikbare kalk (actieve fractie).

Die drie specificaties worden geïntegreerd in het continu zelfcontroleproces dat wordt uitgevoerd door de gecertificeerde producent.

Op de Internetsite www.CRIC.be, onder de rubriek “Certificatie – Bouwkalk”, vindt men enorm veel informatie over dat vrijwillige Benor-merkteken voor kalk:
• de historiek van die certificatie,
• de draagwijdte van de CE-markering,
• de lijst van de afgeleverde certificaten,
• de lijst van de gecertificeerde producten,
• en de referentiedocumenten (PTV en TRA 459).

Een verplichte CE-markering sedert 2003, een vrijwillig Benor-merkteken sedert eind 2005: alles is dus aanwezig opdat de voorschrijvers in hun bestekken de juiste eisen kunnen stellen voor de kalk voor het verbeteren of het stabiliseren van grond: het RW99 en het typebestek 250 houden daar rekening mee in hun jongste versie.