Het gebruik van kalk bij de restauratie van monumenten: onderzoek naar mortelsoorten

Wallonië telt vandaag 2.840 geklasseerde monumenten. De meeste daarvan dateren van voor de 20ste eeuw. De bevoegde directie heeft een drievoudige opdracht, die rechtstreeks verband houdt met deze monumenten.


Zij verleent hulp aan elke eigenaar en staat hem bij met technische raadgevingen, zij kent subsidies toe om deze monumenten te onderhouden of te restaureren en ten slotte houdt zij toezicht op de al dan niet gesubsidieerde werken.


Tot aan het begin van de 20ste eeuw werd het belangrijkste in de bouw gebruikte bindmiddel vervaardigd op basis van luchtkalk, en dit zowel voor de ruwbouw als voor de afwerking. De dag van vandaag is het nagenoeg systematisch gebruik van natuurlijke hydraulische bindmiddelen op alle werven een gewoonte geworden. Kunstmatige bindmiddelen daarentegen worden slechts in zeldzame gevallen aangewend.


In Wallonië worden jaarlijks bijna 150 werven opgestart op geklasseerde sites. In de meeste gevallen gaat het om bijwerken, opvoegen, pleisteren, witkalken, enz. Het gebruik van kalk bij al deze werkzaamheden is van fundamenteel belang.


Sedert 2006 heeft de Directie van de Restauratie (Afdeling Patrimonium), in nauwe samenwerking met het "Centre de perfectionnement aux métiers du patrimoine" van Paix Dieu, een onderzoekscampagne naar mortelsoorten op basis van kalk opgestart. Voor de wetenschappelijke omkadering van dit project werd tegelijkertijd een begeleidingscomité opgericht, dat is samengesteld uit leden van het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf, van het Openbaar Wetenschappelijk Instituut in het Waals Gewest (Issep), van de Faculteit der Toegepaste Wetenschappen van Bergen (FPMs), een vertegenwoordiger van het Verbond van Ontginningsbedrijven in  België (Fediex) en twee ambachtslieden gespecialiseerd in het werken met kalk.

 

Het onderzoek, dat meerdere doelstellingen heeft, wordt op een originele manier uitgevoerd: de synthese van de theoretische kennis van de ene groep wordt getoetst aan de praktijkervaring van de andere.


De belangrijkste doelstelling is te komen tot een beter begrip van het gedrag van kalkmortels op korte, middellange en lange termijn. Er werden een honderdtal formules uitgewerkt die vervolgens in het laboratorium worden uitgetest in het licht van diverse normen, waaronder de EN 459-2, EN 196-3, NBN EN 1015-1, NBN B14-210, enz.


Een tiental "basisrecepten", die de onderzoekers in staat moesten stellen de essentiële verschillen in mechanisch gedrag, afhankelijk van hun samenstelling, vast te stellen, werden in de eerste plaats aan een reeks standaardtests onderworpen. Met deze formules als uitgangspunt moest het mogelijk zijn andere formules te ontwikkelen die beter aan oude gebouwen waren aangepast, want, zoals iedereen weet, die zich met het patrimonium bezighoudt, is elk geval verschillend en zou het geen goede oplossing zijn systematisch dezelfde samenstelling te gebruiken voor elk monument of voor de verschillende bouwperiodes van een oud bouwwerk.


Op basis van een voorselectie, die erin bestaat de mortelsoorten in werfomstandigheden aan te wenden en aan de gebruikelijke tests met de schoktafel en de Abramskegel te onderwerpen, worden de honderd inleidende proeven afgesloten met een analyse die gebruik maakt van een nieuwe spitstechnologie ontwikkeld door de FPMs.
Op dit ogenblik is de uitvoeringsfase van de preselectie van de mortelsoorten praktisch beëindigd. In september 2007 zal een begin worden gemaakt met het invoeren en het analyseren van de resultaten.


De eerste waarnemingen tonen aan dat een bastaardmortel met een luchtbindmiddel beter in een oude omgeving zou passen, omdat deze combinatie in rechtstreeks verband staat met het destijds toegepaste fabricatieproces. Indien deze waarnemingen verder bevestigd worden, zou dit kunnen leiden tot een nuttige omschakeling van onze gewoonten op het vlak van restauratie, zodat de werfpraktijken verbeterd worden met de uiteindelijke bedoeling het voortbestaan van onze monumenten te verzekeren.

 

De resultaten van dit onderzoek worden regelmatig op de site van de Directie van de Restauratie bekendgemaakt en geüpdatet http://mrw.wallonie.be/DGATLP


Jean-Christophe Scaillet
Cel ACT (Technische Ondersteuning en Controle)
Directie van de Restauratie
Afdeling Patrimonium, DGATLP
Ministerie van het Waals Gewest
Voor meer inlichtingen kunt u contact opnemen via het nr. 081/33.21.49