Onze beschouwingen kaderen in de permanente evolutie van de methodes, procédés en technieken die moeten leiden tot de optimalisering van de recyclage en het hergebruik. Reeds jarenlang en met wisselend succes ontwikkelen de actoren in deze nieuwe sectoren activiteiten die voortdurende professioneler worden. Eigenlijk streven wij allen een zeer eenvoudig doel na dat er, eenvoudig uitgedrukt, op gericht is niets te verspillen.
Wij willen dus alles wat nog gebruikt kan worden, zoveel mogelijk recupereren. Filosofisch gezien is verspilling zeker onverdedigbaar!
In de praktijk werden regels en wetten uitgevaardigd om de vervuiling van ons milieu door afval te vermijden. Maar omdat de naleving van de wetten niet automatisch gebeurt, werden naast de
verplichtingen ook motiverende maatregelen voorzien.
Vandaag worden wij geconfronteerd met een verbod op het storten van afval; de “centra voor technische ingraving” (storten red.) zullen enkel nog ULTIEME afvalstoffen aanvaarden en de overheid
bepaalt momenteel welk afval als ultiem beschouwd zal moeten worden. Deze regels zullen door Europa opgelegd worden en niemand zal zich daaraan kunnen onttrekken.
Wat moet er dan gebeuren met de mengsels van kleiachtige aarde en stenen? Hoe moet het onbehandelbare behandeld worden?
Voor ons bestaat het grondprincipe in het gebruik van de eigenschappen van met KALK behandelde steenachtige klei of klei met een hoog gehalte aan oud bouwpuin. De nieuwe hulpmiddelen bestaan
reeds en bewijzen hun doeltreffendheid op het terrein. Nu moet dit nog ingepast worden in een economisch schema met een redelijk kostenplaatje, dat een alternatief biedt voor de afvoer van afval,
die onvermijdelijk zal worden verboden of erg duur zal worden.
Marc Regnier
Algemeen directeur
Tradecowall cvba